Oneindig licht

Onze dochter studeert en is op kamers sinds september. Ze belt me: “Mam, dank je wel.”

Even ben ik verbaasd op zoek in mijn brein wat ik gemist heb, want er ging geen gesprek aan vooraf aan deze openingszin, maar dan komt het verhaal.

Ze heeft een groepje mensen om zich heen verzameld die ze bijstaat door met ze te praten, eten te kopen. Die mensen waar we  meestal met een boog omheen lopen of die we gauw wat geld in de hand steken om ons niet schuldig te voelen dat wij zo weer terug gaan naar ons warme huis en veilige leven.

“Ik vond het vroeger maar raar dat jij met iedereen praat en ze aandacht geeft. Ik keek dan als klein meisje  vanaf kniehoogte naar voor mij vies uitziende mensen en die nam jij mee de winkel in om een boodschap voor ze te kopen en met ze te praten. Dank je wel.”

Onze kinderen zijn opgegroeid met twee culturen en twee landen: Nederland en Hongarije. In Boedapest zijn er heel veel zwervers, bedelaars, oude mensen die niet kunnen rondkomen van hun pensioen. Zowel Attila als ik proberen altijd even tijd te maken voor deze mensen. Je kunt niet iedereen redden, maar tijd en oprechte aandacht kost niks.

Tijdens de eerste lockdown leerde ik een hele aardige jongeman kennen. Ik liep met onze hond door de duinen en ik zag een jongeman in de prullenmand zoeken. Ik stopte en vroeg of hij zin had in een kop koffie en een boterham. Ineengedoken in zijn hoodie keek hij me eerst wat glazig aan, maar hij moet gevoeld hebben dat ik een oprechte vraag aan hem stelde en zo wandelden we naar huis waar we aan tafel brood, koffie en een verhaal deelden. Hij had tot redelijk recent zijn leven goed op de rit. Leuke baan, leuke vriendin. Toen stierf zijn vader en deze bleek schulden te hebben, waar hij voor moest opdraaien. Hij verloor zaak op zaak, zijn vriendin, zijn geld, zijn baan, zijn huis, zijn vrienden, de zin in het leven. Ik vroeg of hij niet gewoon overnieuw kon beginnen als er iemand in hem geloofde, als hij weer een netwerk zou hebben. Hij was even stil en zei: “Daar ga ik over nadenken.” Hij kreeg mijn telefoonnummer en we spraken af dat we elkaar een paar dagen later weer zouden treffen. Het was het begin van Lighthouse family voor mij. Het gloeide al heel lang in me, ik doe het al heel lang; mensen helpen, maar er moest een aanzet komen om ook andere mensen aan te steken om het licht te zijn voor een ander als hij of zij het even niet ziet zitten.

Voor al die jonge mensen die zo veel psychische druk voelen, die eenzaam zijn, die wachten op hulp. Voor ouders die radeloos zijn omdat het slecht gaat met hun kind en niet meer weten waar en tot wie ze zich moeten wenden. Voor eenzame mensen, maar ook gewoon voor iedereen die even behoefte heeft aan een luisterend oor, die gewoon even zijn of haar verhaal kwijt wil.

Het is de kleine goedheid zoals Levinas het ooit noemde die me drijft. De barmhartigheid van moeder Theresa, de liefde voor het leven en de ander.

De mogelijkheid van de goedheid is als een zaadje, een vlammetje. Wanneer we geen symbolische orde creëren, geen traditie, geen gemeenschap, geen deugdelijkheid – weliswaar zonder in ideologische of totalitaire doctrine te vervallen –, kan die kleine kiem verloren gaan. Maar zelfs dan weet je het niet. Een goede opvoeding geeft nooit de garantie dat het goedkomt met het kind. Was het maar zo! En al zijn er mensen bij wie het vlammetje van erbarmen helemaal gedoofd lijkt, toch weet je het ook dan nooit. Soms breekt er onverwacht iets binnen – hun moeder sterft, iemand spreekt een vriendelijk woord – waardoor er iets openbreekt. Het mirakel van het menselijke in de mens. Maar ook dat kan je niet op voorhand programmeren.

Levinas heeft dat meerdere keren geïllustreerd met het verhaal van Bobby. Bobby is een hondje dat stond te blaffen bij het binnen- en buitengaan van het concentratiekamp in de hoop op een stukje brood. Dat beestje maakte geen verschil tussen de Joden en de niet-Joden. De hond zag hen gewoon als mensen van wie hij wat eten kon krijgen. Daarmee wekte hij hun gevoel van menselijke waardigheid dat hen overeind hield. Van het weinige dat ze te eten hadden, spaarden ze daarom allemaal iets voor Bobby.

We vrezen dat de mensengeschiedenis er een is van het goede dat voortdurend moet proberen het grote kwaad te overwinnen, maar het is eigenlijk andersom: de kleine goedheid gaat altijd voorbij het geldende regime waardoor – altijd weer, in elk systeem, in elke crisis, in elke pandemie – mensen in gang schieten en concreet iets doen voor de ander. Daarom zijn er altijd mensen nodig die hun vinger opsteken, die daden van kleine goedheid stellen en proberen het systeem te veranderen, bescheiden profeten die handelen vanuit hun individuele geweten. Zoals een grassprietje dat telkens weer opveert nadat het wordt platgetrapt. Kleine goedheid is koppig, moedig en tegendraads. Ze is belangeloos en heeft niet de behoefte gezien te worden. Het is geen smeulende vlaspit meer, maar een beweging waar ieder persoonlijk aan kan deelnemen in het dagelijks leven en werk. Er is een keten over de hele wereld van schijnbaar gewone mensen, die dag in, dag uit aan barmhartige liefde handen en voeten geven. Zij dragen de wereld. In die beweging staan is een opdracht, een uitdaging en een voorrecht. Doe jij mee?  

“Als je even bent vergeten hoe licht het leven kan zijn,

zal ik je het licht brengen en het licht voor je zijn.

 

Licht is als liefde, het verspreidt zich zoals de wind,

het straalt in ieder wezen, dier, plant en kind.

 

Soms ben je het even kwijt,

je bent verdrietig, somber of alleen, het is geen fijne tijd.

 

Toch is het licht altijd aanwezig; helder, groots en zacht,

je voelt het in het zonlicht, het daglicht, het levenslicht dat je altijd toelacht.

 

Het licht verlicht je angst en verzacht je pijn,

je hoeft niet te zoeken naar licht, ik zal je kristallen lichtpuntjes brengen en het licht voor je zijn.”

 

( Uit: Tyda Kyra, boek in wording van Pauline Meijer en Judith Krasznai)  

 

Ik wens je een mooi kerstfeest en een liefdevol 2022.

In licht, liefde en verbondenheid :

Judith

 

  

.